woensdag 27 april 2011

Nederlander bouwt grootste windpark van Afrika

Nederlander bouwt grootste windpark van Afrika

Hoewel Afrika zijn elektriciteit nog steeds voor het grootste deel opwekt uit fossiele brandstoffen zoals steenkool, lopen steeds meer overheden in met name het oosten van het continent warm voor duurzame energiebronnen.

Het Turkana-district is een van de onherbergzaamste gebieden in Kenia. Het is er kurkdroog, intens heet, en afgezien van wat acaciabomen en lage struiken groeit er vrijwel niets. Kortgeleden stond deze verlaten woestenij van lava, zand en stenen te boek als ‘waste land’: waardeloze grond die in de ogen van de overheid niet meetelde.

De bouw van een windpark ter waarde van € 617 mln heeft bij de overheid een andere kijk gegeven op het tot nu toe achtergebleven gebied. En dat terwijl de bouw van de windturbines nog moet beginnen.

‘Ondernemers die nú grond willen leasen in het Turkana-district moeten er tien keer meer voor betalen dan wij indertijd’, aldus Carlo van Wageningen. Hij is een van de breinen achter de Lake Turkana Wind Farm, het grootste windpark van Afrika. Het project zal bestaan uit 365 windturbines, met een gezamenlijke stroomcapaciteit van 300 megawatt.

‘Dat is iets meer dan 20% van de totale elektriciteitproductie in dit land’, vertelt de in Nederland geboren en in Kenia getogen ondernemer. ‘Wij verwachten eind dit jaar met de bouw van de turbines te kunnen beginnen en over een jaar of twee stroom te produceren’, zegt Van Wageningen. ‘Deze energie zal worden opgekocht door de overheid. Het contract over de tarieven die wij hiervoor ontvangen, is ondertekend en staat voor twintig jaar vast.’

Het plan voor het windpark, dat voor het grootste gedeelte wordt gefinancierd door de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, kreeg vijf jaar geleden vorm.

‘Het begon allemaal met een ingeving van een Nederlandse boer, Willem, die net als ik al meer dan zijn halve leven in Kenia woont’, aldus Van Wageningen. ‘Elke keer wanneer Willem terugkwam van een weekend vissen aan het Turkana-meer draaide het gesprek om de wind, die er volgens hem altijd waaide. Volgens Willem moesten we er wat mee doen.’

‘Omdat wij beiden niets afwisten van windenergie, besloot Willem een vriend, een Nederlandse windenergieontwikkelaar, uit te nodigen. Een droom voor elke windontwikkelaar, zo noemde onze gast het Turkana-district tijdens zijn bezoek. Niet alleen omdat de wind er altijd waait, maar omdat deze sterk en enorm voorspelbaar is. De gemiddelde windsnelheid ligt op meer dan 11 meter per seconde. Dat is enorm. In Nederland ligt de gemiddelde snelheid rond de 7,5 meter per seconde.’

Het plan in de praktijk brengen was geen gemakkelijke opgave, zo herinnert Van Wageningen zich: ‘Omdat het Turkana-district niet is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk, moest er een transmissielijn komen van de locatie van de toekomstige windfarm naar het dichtstbijzijnde punt van het stroomnetwerk. Dat ligt ruim 427 kilometer verderop. De lijn zou ons € 110 mln kosten. Uiteindelijk zijn de Spaanse en Keniaanse overheden ons tegemoetgekomen.’

Naast Kenia, dat al verschillende kleine windparken telt, lopen ook andere Afrikaanse landen zich warm voor duurzame energie. Zo wordt er in Ethiopië gewerkt aan een windpark van 120 megawatt. Het project ter waarde van € 210 mln moet eind volgend jaar elektriciteit produceren.

‘Ook Oeganda en Rwanda hebben plannen voor verschillende wind- en zonneprojecten’, zegt Mark Hankins, internationaal energieconsultant. Sinds de jaren negentig was Hankins nauw betrokken bij verschillende wind en zonne-energieprojecten in het oosten van Afrika. ‘Daarnaast wil de Tanzaniaanse overheid haar huidige windkrachtcapaciteit van 50 megawatt de komende twee jaar verdubbelen.’

Drijfveer
De hoge elektriciteitprijzen zijn volgens Hankins de belangrijkste drijfveer voor de belangstelling in Oost-Afrika voor groene energie. ‘In deze regio liggen de stroomprijzen twee tot vijf keer zo hoog als in bijvoorbeeld Zuid-Afrika. Dat komt omdat de stroomnetwerken in het oosten van Afrika de honger naar elektriciteit niet langer aankunnen. De grotere stroombehoefte houdt verband met de zich ontwikkelende economie. Sectoren als mijnbouw, commerciële landbouw en industrie zijn zeer energie-intensief. Ook de bevolkingsgroei en de urbanisatie dragen bij aan de toenemende vraag naar stroom. Verder zijn overheden zich steeds meer bewust van de overdaad aan wind en zon binnen hun landsgrenzen en de gevolgen van klimaatverandering.’

Toch heeft het continent op het gebied van duurzame energie nog een lange weg te gaan, zegt Hankins. ‘Vooral als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Europa. Maar dat er hard aan de weg getimmerd wordt, moge duidelijk zijn.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten