maandag 30 mei 2011

Antibioticagebruik afbouwen

'Antibioticagebruik afbouwen’

De wereld praat over ESBL en antibioticaresistentie. Davy Persoons promoveerde erop. Hij daagt pluimveehouders uit: „Stap uit de routine en sta stil bij de gevolgen van behandelingen.”
Foto: Peter Roek, tekst: Marleen Teuling


Naam: Davy Persoons<br>Bedrijf: Universiteit Gent <br>Functie: onderzoeker 
Naam: Davy Persoons
Bedrijf: Universiteit Gent
Functie: onderzoeker
Dierenarts dr. Davy Persoons neemt eerst even een misverstand weg: „Anders dan vaak wordt gedacht is Extended Spectrum Bèta-Lactamase (ESBL) geen bacterie, maar een enzym dat een bepaalde antibioticagroep afbreekt.” Persoons heeft zicht op de materie, want eind januari promoveerde hij op onderzoek naar antibioticagebruik en -resistentie bij vleeskuikens in België. „ESBL’s worden teruggevonden bij normale E. colibacteriën, maar ook bij ziekteveroorzakende typen als salmonella. Het gevolg is antibioticaresistentie, niet alleen tegen een specifiek antibioticum, maar tegen een hele groep van antibiotica die belangrijk zijn in zowel de humane als de veterinaire geneeskunde. Doordat ESBL-genen meestal op mobiele elementen in de bacterie liggen, worden ze gemakkelijk doorgegeven. De impact hiervan bij de doorsnee mens is echter niet aangetoond en kan gering zijn. Nog altijd ligt de hoofdoorzaak van resistentie bij mensen bij antibioticagebruik door mensen zelf, niet bij de dierhouderij. In de humane sector is men zich echter toenemend bewust van het probleem. Logischerwijs wordt men nu ook bewuster van andere resistentiebronnen, vandaar dat men zich nu ook op de diersector richt. Deze kennis vanuit diverse hoeken is een signaal waar we nu proactief op moeten doorpakken."

Hoeveel komt ESBL voor bij mens en dier?

„Selectieve opsporing heeft aangetoond dat 63 procent van de Belgische vleeskuikens drager is van een ESBL-producerende bacterie. Nu is één bacterie natuurlijk niets. Maar 37 procent van alle E. coli’s van vleeskuikens is resistent tegen ceftiofur, en dat is wel fors. Ceftiofurresistentie is indicatief voor de productie van ESBL’s. In Nederland draagt ruim 80 procent van de kippen een ESBL-producerende bacterie bij zich en is gebleken dat 19 procent van de ESBL-producerende genen bij kippen ook bij de mens voorkomt. Dit duidt op een mogelijke overdracht tussen mens en dier. Geen eenrichtingsverkeer: het kan van mens naar kip en van kip naar mens. Misschien is er een gemeenschappelijke pool. Dit moet verder worden uitgezocht.”

Zit het grootste probleem bij pluimvee?

„Vergeleken met de andere sectoren is dat inderdaad zo. Wel 37 procent van de E. coli van vleeskuikens is resistent, tegen 5 à 6 procent bij varkens en 1 à 2 bij rundvee. Terwijl ceftiofur in die sectoren nog wel gebruikt wordt. Zonder echt bewijs te hebben, vermoed ik dat de grote aanwezigheid van ESBL in de pluimveesector te maken heeft met de toedieningsweg. Bij eendagskuikens werd ceftiofur in de vorm van een spray over de dieren verneveld, of toegediend in het drinkwater. Ceftiofurmoleculen hebben een slechte orale opname, waardoor het mijns inziens blijft steken in het maag-darmtraject, waar het vooral lokaal blijft inwerken op de bacteriën daar. Dit heeft een veel grotere invloed dan bij varkens en rundvee, die het antibioticum via een intramusculaire injectie krijgen. Hier komt slechts een restje eventueel in de darm waar het in mindere mate in contact treedt met de flora daar. Bovendien is het vrij gebruikelijk dat een ziekte of fenomeen eerst bij pluimvee wordt gezien, een gevolg van de snelle productiecyclus. Door de zesweekse levenscyclus zijn de bacteriën die de kuikendarm bevolken vaak minder divers dan bij andere dieren. Het is ongetwijfeld te wijten aan een samenloop van omstandigheden, die verre van allemaal doorgrond zijn.”

In hoeverre is overmatig antibiotica gebruik bij pluimvee gelinkt aan ESBL?

„Uit ons onderzoek kwamen amoxicilline en ook trimethoprim-sulfonamide naar voren als antibiotica die ceftiofurresistentie in de hand werken. Antibiotica zijn nuttig en nodig, maar het kan met minder toe. Met preventieve antibioticabehandelingen bereik je alleen maar dat de resistentie bij normale flora toeneemt. Resis tentie tegengaan heeft veel tijd nodig. Preventief inzetten van antibiotica lijkt misschien te werken voor een bepaalde toom kuikens, maar een paar tomen verderop zie je al dat het niet meer werkt. Het is daarom een verre van duurzame methode die beter kan worden vermeden. Het geeft ook een verkeerd gevoel van veiligheid.”

ESBL komt ook voor op bedrijven waar niet of nauwelijks antibiotica verstrekt worden. Waar komt dat dan vandaan?

„Ik vermoed dat dit probleem al bij de broederij wordt veroorzaakt. De darm van een kuiken wordt in de eerste 24 levensuren gekoloniseerd met bacteriën uit zijn omgeving. Werd in een broederij door historisch gebruik van ceftiofur resistentie opgebouwd, dan neem je dat mee. De aanwezige culturen hebben die resistentie dan al, het zit er al in als het in de volgende schakel terechtkomt. Zoals ik al zei zal het wellicht lang duren voor we de ceftiofurresistentie zien dalen.”

Wat zijn mogelijke oplossingen?

„We moeten de selectiedruk naar het resistentiegen laten afnemen door het antibioticagebruik te verminderen en door het resistentiepatroon te bepalen. Preventief antibioticagebruik moet worden afgebouwd en we moeten zoeken naar duurzame oplossingen zoals vaccinatie, hygiëne en bioveiligheid.
Sommige oplossingen bestaan al jaren, maar worden te weinig gebruikt. Een antibiogram zou standaard aangelegd moeten worden wanneer ziekte op een bedrijf optreedt. Dat gebeurt nog te weinig, want gevoeligheidsbepaling kost tijd. Maar het is de moeite waard om de behandeling bij te sturen wanneer dit nodig is. Zeker als het gaat om massa medicatie is een antibiogram de moeite waard, en het kost weinig. Er bestaan snellere methodes, maar die zijn veel duurder."

Hoe valt ESBL-resistentie te voorkomen?

„Behandeling met antibiotica die deze resistentie in de hand werken, zoals trimethoprim-sulfonamide en amoxicilline, zo veel mogelijk vermijden is al een goede stap. Tegen coccidiose kan ook gevaccineerd worden. Dit vaccin zou verder ontwikkeld moeten worden, zodat het nog beter aansluit. Vaccinontwikkeling is de toekomst. Het probleem is ook dat antibiotica-inzet veel goedkoper is dan vaccineren. De farmaceutische industrie zou moeten overwegen vaccins goedkoper te maken en antibiotica duurder. Er zijn zo veel aanwijzingen dat we van het huidige antibioticagebruik af moeten. We moeten antibiotica vrijwaren zodat we ze nog lang op een verantwoorde manier kunnen gebruiken, voordat iemand er van bovenaf een totale stop op zet.”

En hoe kom je van de hardnekkige ESBL af?

„Het algemeen antibioticagebruik beperken is belangrijk. Verder onderzoek is nodig om pluimveehouders en andere dierhouders met duurzame alternatieven te begeleiden. Bepaalde probiotica zouden ESBL-dragende bacteriën kunnen verdringen. Ook wordt nagedacht over bacteriofagen, minuscule virusjes die bacteriën infecteren. Zij bestrijden puur die ene slechte eigenschap en zijn niet gevaarlijk. Er bestaan alternatieven, maar deze moeten nog verder worden bekeken. Pluimveehouders wil ik uitdagen: stap uit de routine en sta stil bij de gevolgen van standaard-behandelingen. Bewust omgaan met antibio tica en de samenwerking zoeken met dierenartsen en bedrijven zijn zaken die nodig zijn om oordeelkundig te behandelen en op termijn zelfs geld te besparen.’’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten